Na het herhalen van de getallen tot 20 zijn we gestart met de getallen tot 100. De voorbije lessen leerden de vlindertjes uit hoeveel T en E een getal bestaat. Dit is belangrijk om de getallen goed te kunnen lezen, schrijven en om er later vlot mee te rekenen.
De vlindertjes moeten weten op welke plaats een getal staat in de getallenrij/getallenas tot 100. We leerden dat we niet altijd bij '0' moet beginnen tellen, maar dat de tientallen en de sprongen van 2,5 en 10 kunnen helpen om een getal sneller te vinden.
We leerden ook wie de buurtallen en buurtientallen van een getal zijn. Bv. De buurtallen van 43 zijn 42 en 44, de buurtientallen zijn 40 en 50.
Voor we oefenden in ons werkboek gingen we eerst aan de slag met ons materiaal.
We maakten samen de getallenrij tot 100, op welke plaats hoort welk getal? En oefenden de sprongen van 2, 5 en 10 in de spiegelzaal.
Daarna oefenden we verder in de klas met een getallenrij tot 100 op papier en met onze kralenketting tot 100.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten