Halloween - fijne herfstvakantie!

Het LIST-lezen verliep deze ochtend een beetje anders dan normaal. De kinderen mochten hun zaklamp meebrengen om samen in het donker te lezen.

Eerst las de juf een sprookje voor uit 'Gruwelijke rijmen' van de schrijver Roald Dahl. Zo hadden ze het verhaal van 'Sneeuwwitje en de zeven dwergen' nog nooit gehoord.

Daarna was het de beurt aan onze vlinders om te lezen. Wel eens leuk zo lezen in het donker 😀.

Nadien kregen onze vlinders een lesje spelling en oefenden we de windrichtingen nog een keer.

Samen met de kinderen uit L1 genoten onze vlinders van een poppenspel. Weten jullie wie de poppenspelers waren ... ?

Daarna knutselden we een spin in een gekleurd spinnenweb.

En was er nog wat tijd om samen te spelen en te kleuren.

                                                    Prettige vakantie!

Ijsbergrekenen. Handelen, handelen met inhouden.

 De les had als onderwerp: inhouden vergelijken, schatten en meten.

De vlindertjes zaten in groepjes van 4 en moesten verschillende opdrachten uitvoeren, samenwerken en de taken verdelen hoorde er ook bij.

Ze hebben dit super goed gedaan, al handelend ontdekten ze hoe ze inhouden konden vergelijken, hoe ze de verschillende maten konden gebruiken en waarmee ze het best een inhoud konden vullen. Schatten hoorde er ook bij.

Het begrip liter werd al eens vernoemd.

Daar kwam heel wat materiaal en emmers water aan te pas.

En nee de klas werd geen rivier! Zo netjes hebben de vlindertjes gehandeld, 👍👍👍

En nu aan de slag.

1st de inhouden van meer naar mindere rangschikken en dan controleren.

De getallen tot 100.

Na het herhalen van de getallen tot 20 zijn we gestart met de getallen tot 100. De voorbije lessen leerden de vlindertjes uit hoeveel T en E een getal bestaat. Dit is belangrijk om de getallen goed te kunnen lezen, schrijven en om er later vlot mee te rekenen.

De vlindertjes moeten weten op welke plaats een getal staat in de getallenrij/getallenas tot 100. We leerden dat we niet altijd bij '0' moet beginnen tellen, maar dat de tientallen en de sprongen van 2,5 en 10 kunnen helpen om een getal sneller te vinden.

We leerden ook wie de buurtallen en buurtientallen van een getal zijn. Bv. De buurtallen van 43 zijn 42 en 44, de buurtientallen zijn 40 en 50.

Voor we oefenden in ons werkboek gingen we eerst aan de slag met ons materiaal.

We maakten samen de getallenrij tot 100, op welke plaats hoort welk getal?  En oefenden de sprongen van 2, 5 en 10 in de spiegelzaal.

Daarna oefenden we verder in de klas met een getallenrij tot 100 op papier en met onze kralenketting tot 100.